Paasbrief aan mijn volgelingen.

Antony Oomen
3 min readApr 2, 2024
Paus Franciscus van achteren gefotografeerd

Met het katholieke geloof ben ik opgegroeid, niet fanatiek, wel vanzelfsprekend. Dit maakt dat ik nog steeds gevoelig ben voor de symbolen, de rituele gebruiken en de liturgie van de rooms-katholieke kerk. Met kerstmis en pasen kijk ik dan ook naar de pauselijke zegen ‘voor de stad en voor de wereld’, Urbi et Orbi, ook dit jaar.

Voordat de Paus op het balkon van de Sint-Pieter verschijnt, komen dan altijd de woorden van Gerard Reve’s gedicht De blijde boodschap bij mij op: ‘Zijne heiligheid zal toch wel gewag maken van het toenemend verval der zeden?’ (‘En ja hoor…’)

Paus Franciscus hield het dit jaar overzichtelijk bij oorlog en vrede. De Paus spreekt vanuit diep doorleefde compassie voortkomende uit een rotsvast geloof in de verrezen Christus: ‘Ja, Hijzelf, de Levende, is de weg: de weg van het leven, van vrede, van verzoening, van broederschap. Hij opent voor ons de menselijk gezien onmogelijke weg, want alleen Hij neemt de zonden van de wereld weg en vergeeft ons onze zonden,’ meent de Paus.

Dat onze zonden even gruwelijk als talrijk zijn hoeft geen betoog. Wij voeren oorlogen. Wij houden gijzelaars gevangen. Wij moorden en verkrachten. Wij maken ons schuldig aan medeplichtigheid aan de wandaden van onze gekozen politieke leiders. In Israël, in Palestina, in Rusland en waar al niet?

‘Moge de verrezen Christus een weg van vrede openen voor de lijdende bevolkingen van die regio’s,’ bepleitte de Paus gisteren in een ongewoon politieke oproep tot vrede. ‘Ik roep op tot het respecteren van de beginselen van het internationale recht. En ik hoop op een algehele gevangenenruil tussen Rusland en Oekraïne: Allen voor allen.’ Tutti per tutti!

‘Bovendien roep ik nogmaals op tot gegarandeerde humanitaire hulp in Gaza en tot de onmiddellijke vrijlating van de op 7 oktober ontvoerde gegijzelden en een onmiddellijk staakt-het-vuren in de Gazastrook. We mogen niet toelaten, dat de aanhoudende strijd de uitgeputte burgerbevolking, en vooral de kinderen, zo zwaar treft. Hoeveel leed zien we in hun ogen. Hun blikken vragen ons: Waarom? Waarom al die dood en verwoesting?’

De kinderen stellen een goede vraag, de enig juiste vraag, en het juiste antwoord luidt: dat weet niemand. Wij kunnen die kinderen geen enkele overtuigende of fatsoenlijke reden noemen waarom we hun ouders hebben doodgeschoten en zij dadelijk aan de beurt zijn. Waarom we straks van hun zusjes en broertjes onverdoofd ledematen zullen amputeren. Waarom we zullen dansen op hun graf.

En waarom we hun dat wél, en onze kinderen niét aandoen.

‘Oorlog is altijd een dwaasheid en een nederlaag,’ betoogde de Paus. ‘Laten we niet toegeven aan de logica van wapens en herbewapening. Vrede wordt nooit met wapens gecreëerd, maar door elkaar de hand toe te steken en onze harten te openen.’

Dixit de hoogbejaarde pontifex maximus. Niemand van de aangesprokenen die zich van zijn woorden — noch de mijne trouwens — iets aantrekt. ‘Moge ‘t licht van de wederopstanding onze geest verlichten en ons hart vermurwen, zodat wij ons bewust worden van de waarde van ieder mensenleven dat verwelkomd, beschermd en bemind moet worden.’

Waar hebben wij het aan verdiend, echoot Reve door in mijn hoofd.

--

--

Antony Oomen

Publicist, poet, writer. Retired communications adviser. Worked in public health and publishing. Studied German and Dutch literature and linguistics.