Een Godvergeten Klerezooi

Antony Oomen
9 min readJan 4, 2024

nieuwjaarsmijmeringen

(Photo by Rosie Kerr on Unsplash)

Wie meent dat het na de kortste dag een week geleden ’s ochtends al vroeger licht wordt, lijdt aan zinsbegoocheling of is slecht geïnformeerd. Ja, de dag, gemeten van zonsopgang tot -ondergang, is sedertdien al wel weer zo’n vier minuten langer geworden, maar die winst zit in de avond, niet de morgen. In feite wordt het het pas op 1 januari weer een minuut vroeger licht, nog altijd een minuut later dan op 21 december. Op 6 januari zitten we dan weer op het niveau van de winterzonnewende en op 8 januari hebben we daadwerkelijk in de ochtend een minuut erbij. Dit alles zegt niets over de hoeveelheid daglicht, die in Nederland al te vaak wordt beperkt door wolken en regen.

Dan weet u dat ook weder. Laat u niet voor de gek houden.

Wij zijn voor oud en nieuw naar een plaatsje in het oosten des lands getogen, om Don Diego het vuurwerk zoveel mogelijk te besparen. Op het park waar wij een blokhut hebben betrokken, is het afsteken ervan niet toegestaan, maar in de wijde omgeving horen we toch nog behoorlijk veel geknal. Maar het is tot nu toe beter dan vorig jaar op Ameland en hij is minder bang en schrikachtig. Natuurlijk moet het ergste vandaag nog komen.

Tussen de 22ste december en vandaag heb ik nu eens niet De Avonden herlezen, maar een ander boek van Reve: Oud en Eenzaam. Ik heb het vanmorgen vroeg uitgelezen.

‘Er is volgens mij geen grotere eenzaamheid denkbaar dan dewelke men ervaart in een eensgezind groepsverband,’ had mijn lijfspreuk kunnen zijn. Zelf zeg ik regelmatig dat ik niet goed gedij in groepen groter dan twee personen.

Reve beschrijft in Oud en Eenzaam hoe hij als jongetje met zijn ouders naar een communistisch scholingskamp meegaat, de beklemming waarvan die van streng gereformeerde geloofsgemeenschappen ruimschoots te boven moet zijn gegaan. Hij woont er voordrachten bij van ‘kameraad De Leeuw en kameraad Zus en kameraad Zo, en de bezeten sigarenmaker De Groot’.

‘De mensen die met het communisme sympathiseren doen dat niet ondanks de gruwelen en de beestachtige bruutheid van dat systeem, maar wel degelijk wegens de gruwelen en de onmenselijkheid ervan,’ is een schrijnende vaststelling van de schrijver, die in de ‘communistische pornografie’ zijn inspiratie lijkt te hebben gevonden voor zijn eigen reviaans-sadistische rêverieën.

‘Als gevoelig en ontvankelijk kind te moeten opgroeien in deze levensvijandige leer, waarin alles verboden, geminacht en belachelijk gemaakt wordt wat niet als functioneel, nuttig of materieel tastbaar geldt — het betekent het opgroeien in een hel of in een gekkenhuis, of in beide tegelijk.’

De schade van zo’n jeugd komt men natuurlijk nooit te boven.

De jeugd

Het lijkt onbedoeld zich tot het thema van deze jaarwisseling te hebben gevormd: jeugdervaringen die dusdanig beschadigend zijn dat zij een litteken, niet alleen op de ziel van de slachtoffers, maar op die van de hele mensheid hebben gekrast.

Terwijl ik Oud en Eenzaam herlas en soms hardop moest lachen om de weergaloze humor van Reve en dan weer huiverde om de gekmakende eenzaamheid van protagonist Gerard, keek ik tussendoor op aanraden van een vriendin naar twee documentaire-series die ik had gemist.

Godvergeten is een vierdelige Vlaamse serie waarin Belgische slachtoffers aan het woord komen, die als kind seksueel misbruikt zijn door een priester of pater. Bij het zien van het eerste deel moest ik zo nu en dan het kijken onderbreken omdat ik meende te moeten overgeven. Later zat ik met een papieren zakdoekje klaar om de tranen uit mijn ogen te deppen. Nog later dan weer kreeg ik ogenschijnlijk uit het niets woede-uitbarstingen, die ik niet een twee drie meer met de getuigenissen in verband bracht die ik eerder met kippenvel had aangehoord en aanschouwd.

De cynische ontluistering van het katholieke seksuele kindermisbruik, de institutionele ‘structuur’ ervan, en vooral de hardvochtige opstelling van de Kerk, inzonderheid die van de vorige paus Benedictus XVI, Joseph Ratzinger, tegenover de slachtoffers, staan in scherp contrast met de zorgvuldige integriteit waarmee Godvergeten is gemaakt. De gedocumenteerde verhalen tarten de verbeeldingskracht van elk fatsoenlijk mens, maar krijgen lugubere dimensies, opgetekend uit de mond van de intussen volwassen, soms al bejaarde slachtoffers.

Ik herinner me dezelfde gewaarwording ook van de eveneens ijzingwekkende Netflix-documentaire Procession, die zes mannen volgde bij het maken van korte films over hun jeugdtrauma van seksueel misbruik door katholieke geestelijken en priesters, waarbij gebruik is gemaakt van inzichten uit de dramatherapie. Hartverscheurend is het om te zien hoe volwassen mensen, na het grootste deel van hun leven met een kolossaal geheim te hebben rondgelopen, erover gaan praten en hoe zij daarbij de verschrikkingen hun aangedaan herbeleven.

Godvergeten! Elke katholiek zou deze serie ieder jaar tussen kerst en oud en nieuw verplicht als penitentie moeten bekijken. In plaats van vuurwerk aan te schaffen zou men dat geld — dit jaar 105 miljoen euro — moeten doneren aan slachtoffers van seksueel misbruik.

Nooit hoop ik de 87-jarige Eva te vergeten, die als 14-jarige meisje door een priester werd verkracht. Toen ze daar melding van wilde maken, werd ze zelf zwaar gestraft, getuigt ze in de film: ‘Ik had de priester verleid, zeiden ze. Ze hebben me veroordeeld en opgesloten voor landloperij en ontucht.’

En als de zaak van de Belgische slachtoffers tegen het Vaticaan uiteindelijk ook bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doodloopt en niet ontvankelijk wordt verklaard, zien en horen we haar vertwijfeld uitroepen:

‘Ze kunnen weer juichen. “Encore une fois.” Alweer staan ze erboven. Wat kan men nog doen? Moeten we ons op een plein in brand steken? On se brûle! Ik zie het mezelf doen, want ik ben dit rotleven beu. Het is toch zo? Al die jaren van eenzaamheid. Dit kan toch niet mogelijk zijn?’

Het is niet alleen mogelijk, het is hoe het gaat. Het is een klerezooi.

Het Beloofde Land

De tweede documentairereeks die ik heb bekeken, is Coen Verbraaks Het Beloofde Land, al even weergaloos als Godvergeten. Opnieuw indringende getuigenissen, ditmaal van Nederlandse Joden, zowel in Israël woonachtig als in de diaspora, die vertellen over hun persoonlijke relatie tot Israël, dat dit jaar 75 jaar bestaat. Allen hebben een verschrikkelijke familiegeschiedenis met de Shoah, zijn ofwel zelf overlevenden van de vernietigingskampen of de onderduik, of nakomelingen daarvan. Zij voorzien de gebeurtenissen van 7 oktober van ‘context’ (je weet wel, waar de wereld om vroeg na de bloedstollende misdaden van Hamas op die zwarte zaterdag).

(Het zijn wonderlijke keuzen om te bingewatchen geef ik toe.)

En alsof het nog niet genoeg godvergeten is, lees ik toevallig ook net De Prijs die we Betalen van David Grossman. Het is een bundel essays waarvan het vijfde als titel draagt: Wat is een Joodse staat? Het eerste heet: Wie zullen wij Israëli’s zijn als wij na deze tragedie herrijzen uit de as?

Israël

Meteen op de eerste dag van het jaar een cadeau van historische proporties, daar krijgt men goede moed van. Grote dank zijn we verschuldigd aan Het Israëlische Hooggerechtshof dat gisteren op het nippertje weigerde om zich te laten piepelen door Bibi Netanyahu.

Deze bedrieger heeft de Knesset vorig jaar ervan weten te overtuigen dat het rechtssysteem, het enige instituut in Israël dat de kwaliteit van democratische wetgeving bewaakt, wel ondergeschikt gemaakt kon worden aan de autocratische, fascistoïde gekte van zijn corrupte regering. Zijn ‘leiderschap’ heeft het land in groot gevaar gebracht, wat op 7 oktober 2023 aan zo’n 1.200 Israëli’s het leven heeft gekost en vervolgens ook nog eens aan bijna 22.000 Palestijnen.

Netanyahu’s discutabele wetsvoorstel behelsde het schrappen van de zogenoemde ‘redelijkheidsclausule’. Deze geeft het Hooggerechtshof (en lagere rechters) bevoegdheid om wetgeving van de regering niet rechtsgeldig te verklaren wanneer die ‘onredelijk’ is, bijvoorbeeld omdat zij mensenrechten schendt. Acht van de vijftien rechters van de Hoge Raad oordeelden op nieuwjaarsdag dat het schrappen van de clausule een ‘ernstige en ongeëvenaarde schade zou toebrengen aan een basisprincipes van de Israëlische staat als een democratie.’

Ernstige en ongeëvenaarde schade aan de principes van de democratie. David Grossman noemt in De Prijs Die We Betalen Netanyahu’s wet ‘de staatsgreep’.

Voor alle Israëli’s, maar vooral voor David Grossman ben ik blij dat het Hooggerechtshof deed wat het moest doen: de redelijkheidsclausule toepassen in plaats van haar af te schaffen.

Aardverschuivingen

Voor wie ik ook blij ben zijn al die gedesillusioneerde Joden die in Het Beloofde Land aan het woord komen. Teleurgesteld zijn zij, maar nog steeds glimt er een sprankje van de hoop en de kracht die het Jodendom in zijn lange geschiedenis van kommer en kwel in de diaspora én in Palestina en Israël op de been heeft gehouden. Hun levens zijn doordrenkt met de catastrofale gevolgen van het antisemitisme. Het is daarom des te onverdraaglijker dat we wereldwijd voor de zoveelste keer in de geschiedenis een toename ervan meemaken. ’Antisemitisme is onderhevig aan mode,’ merkt een van Verbraaks geïnterviewden op, ‘zodra het Israëlisch-Palestijnse conflict opflakkert, nemen de scheldpartijen en beledigingen aan het adres van de Joden in de diaspora toe.’

Ook daarom is het destructieve gedrag van de Netanyahu’s (door Grossman steevast met de Ceaușescu’s vergeleken) onverdraaglijk. Elke Jood en elke Palestijn waar ook ter wereld is het slachtoffer van het grote onrecht dat de Israëlische regering haar bevolking willens en wetens berokkent.

‘Ontelbaar veel lagen van de Joods-Israëlische ervaring hebben zich opgestapeld in de loop van vijfenzeventig jaar onafhankelijkheid en eigenlijk ook al gedurende vele jaren voor de oprichting van de Staat,’ schrijft Grossman. En nu Israël 75 jaar bestaat, is dit ‘een gelegenheid die uitnodigt tot zowel bewondering als rekenschap’.

Het is onverdraaglijk dat het Jodendom, dat de wereld zoveel unieke schoonheid heeft geschonken, cultureel en kunstzinnig, wetenschappelijk en filosofisch, nu zo is verbonden met het kwaad dat met geweld wordt gedistribueerd door de extreemrechtse regering van Israël.

Een gevolg hiervan zal kunnen zijn, dat Joe Biden dit jaar als president niet meer herkiesbaar is, terwijl hij aardig op weg was een van de beste Amerikaanse presidenten te worden die ik heb meegemaakt. En als híj niet wordt herkozen is de kans levensgroot aanwezig dat Trump weer aan de macht komt. En dan gaan we pas echt naar de kloten, in een jaar dat voor de democratie toch al ongemeen spannend wordt: meer dan de helft van de wereldbevolking gaat dit jaar ter stembus.

De aardverschuiving die we in Nederland hebben gezien en gevoeld, en waarvan de naschokken nog volop doordreunen — inmiddels staat de PVV ongetwijfeld in de peilingen al op 50 zetels — zal zich in nog veel meer landen voordoen. Overal lijkt men, opgezweept door radicale populisten, de democratie voor gezien te willen houden.

In Nederland wil ik niet wonen

Analyses van onze laatste verkiezingsuitslag tonen aan, schreef Hubert Smeets vorige week in NRC, dat het wantrouwen in de democratische rechtsorde dat Wilders etaleert, in veel bredere kring resoneert. ‘Niet alleen de PVV’ers, ook de kiezers van VVD, NSC en BBB hebben minder vertrouwen in de Tweede Kamer dan de achterban van GroenLinks-PvdA, D66, Volt, CDA en ChristenUnie,’ schrijft Smeets, wat tot de sombere conclusie leidt dat de PVV ‘met haar twee thema’s (immigratiestop en assimilatiedwang) een catch-all-partij [is] geworden,’ en nog lang niet volgroeid is: ‘Bij de coalitiepartners liggen nog veel kiezers voor het oprapen.’

Hij voorziet tot slot dat het voor de hand ligt dat Yesilgöz, Pieter Omtzigt en zeker Caroline van der Plas zich ‘langzaam in de fuik van Plasterk zullen laten drijven. Een serieuze vraag is hooguit of Wilders het rechtse kabinet zelf gaat leiden dan wel het premierschap, als dank voor bewezen diensten, gunt aan Plasterk of een andere oudgediende uit de elite die wordt verteerd door wrok over zijn/haar door het “systeem” gefnuikte carrière. Belangstelling is er genoeg. Het aantal gegadigden voor een post in een rancunecoalitie zou wel eens groter kunnen zijn dan de om-de-hete-brij-draaiers nu nog willen bevroeden.’

Toekomst

Ter gelegenheid van Oud en Nieuw heb ik mij beziggehouden met seksueel misbruik, met machtsmisbruik, met leed overal ter wereld door mensen gewetenloos aan mensen aangedaan, met het roekeloze onbenul van de democratische kiezer, die meewaait met de waan die populisten van de dag hem voorschotelen.

Waarom doe ik dat? Dat weet niemand, ook ik niet, maar het moge duidelijk zijn dat ik bij gelegenheid van de jaarwisseling liever nadenk over het lijden van de wereld dan me bezighoud met het eten van oliebollen en afsteken van vuurwerk.

In Het Beloofde Land kwam de in Israël woonachtige Ilina Drukker aan het woord, iemand die ik evenmin ooit hoop te vergeten. Zij, na als kind ondergedoken te hebben gezeten ooit vol optimisme geëmigreerd naar Israël, stelde somber vast:

‘Ik zie de toekomst niet zo rooskleurig. Maar gelukkig ben ik oud genoeg. Ik hoef de toekomst niet.’

Vooral dat laatste zinnetje raakte me tot in het diepst van mijn wezen. Zelf koester ik evenmin nog hoop op een betere wereld, maar heb wel de moed behouden om ervoor te vechten tot mijn laatste snik. Ik geloof in de toekomst, maar heb geen verwachting dat deze mild zal zijn.

--

--

Antony Oomen

Publicist, poet, writer. Retired communications adviser. Worked in public health and publishing. Studied German and Dutch literature and linguistics.